Onderzoek
Voor de doorontwikkeling van het netwerk is de inbreng van de partners van wezenlijk belang. Met dat doel heeft de stuurgroep in april interviews laten houden onder partners, met name degenen die actief zijn in werkgroepen. Het doel was om een beeld te krijgen van hoe we ervoor staan, als een eerste temperatuurmeting: wat gaat goed en wat kan beter, hoe kunnen we zaken misschien anders organiseren. Medewerkers van Divosa, waaronder Kim Houben, Peter Baetsen, die hulp hebben geboden bij het ontstaan van HATKA, bieden nu ook hun ondersteuning bij de doorontwikkeling van het netwerk. Zij hebben de interviews gehouden en zullen het vervolg begeleiden.
Tijdens de partnerbijeenkomst op 12 juni jongstleden werden de belangrijkste uitkomsten gepresenteerd en besproken.
Korte lijntjes en onderling vertrouwen
Een greep uit de uitkomsten die tijdens de partnerbijeenkomst op 12 juni werden gepresenteerd: Sterke kanten van het netwerk zoals de korte lijntjes, de onderlinge verbinding en vertrouwen, het commitment van gemeente en de samenwerking gericht op praktische oplossingen voor gezinnen en kinderen. Door het netwerk kunnen mensen en hulp sneller gevonden worden. “HATKA is meer dan de som der delen” en “Iedere gemeente verdient een HATKA”, waren quotes van de geïnterviewden.
Meer duidelijkheid in structuur en rollen
Door de praktische oplossingen die samenwerkende partners aan ouders en kinderen bieden kan de indruk van een hulporganisatie ontstaan. Maar de aanwezige partners waren unaniem in hun keuze dat HATKA geen hulporganisatie is/moet zijn, maar een netwerkorganisatie. De daarmee samenhangende knelpunten en uitdagingen voor HATKA werden herkend: Het laten werken van het netwerk vraagt om meer duidelijkheid in structuur en rollen, zoals die van de stuurgroep en de werkgroepen. “HATKA is te veel van de stuurgroep”. Meer gedeeld eigenaarschap van partners is nodig. Ouders en kinderen zelf moeten directer betrokken worden.
Een gezamenlijke roadmap
De wensen tot verbetering zijn onder andere: een concreter plan, een soort roadmap van de gezamenlijke doelstellingen, voor de korte en lange termijn. Tegelijkertijd werd bepleit dat niet alles wordt vastgelegd, dat we kunnen meebewegen met de behoeften van de doelgroep die op dat moment urgent zijn. Bureaucratie moet vermeden worden. Ook werd gevraagd om meer zicht op de effectiviteit van de activiteiten: kunnen we vaker tussendoor cijfers zichtbaar maken van hoe het met de kinderarmoede in de wijken gaat? Ook werd bepleit dat het netwerk meer ruimte inneemt voor maatwerk oplossingen ook als die niet altijd passen binnen de regelgeving van je eigen organisatie.
Van HATKA 1.0 naar HATKA 2.0
Uit het onderzoek en de bespreking in de partnerbijeenkomst van 12 juni kunnen we concluderen dat we willen vasthouden aan de keuze voor een netwerkorganisatie, vanuit het idee dat een organisatie alleen niet in staat is om het probleem van kinderen in armoede op te lossen. We hebben elkaar daarin hard nodig. Kinderarmoede is een complex vraagstuk dat alleen opgelost kan worden met een brede en collectieve aanpak. We realiseren ons ook dat het ‘laten werken van een netwerk’ het nodige vraagt van de gezamenlijke organisatie. Maar ook van de inzet van de individuele partnerorganisaties, van wie wordt gevraagd dat zij hun expertise en kunde inzetten voor het hogere doel. Dat dit kan betekenen dat hun eigen organisatiedoelstellingen daaraan ondergeschikt worden. Dit werd erkend door de aanwezige partners. Aan de vraag wat het zal betekenen voor partnerorganisaties en hoe we dat gezamenlijk gaan aanpakken daar wordt na de zomervakantie een vervolg aan gegeven.